Elke ronde kiezen de spelers gelijktijdig een kaart uit hun hand om hun beurtvolgorde te bepalen en de grondstoffen die ze verzamelen. Spelers voeren vervolgens individuele beurten uit en geven grondstoffen uit om nieuwe huizen te bouwen, toegang te krijgen tot speciale vaardigheden, offers te brengen aan de goden en piramides te bouwen. De uitgespeelde actiekaart bepaalt drie belangrijke aspecten van de beurt van elke speler:

De grondstof die bovenaan de kaart is afgedrukt, bepaalt welke rij of kolom op het grondstofrooster moet worden geactiveerd om inkomsten te verzamelen.Het icoontje in het midden van de kaart komt overeen met één van de negen eigenschappen van de bouwvelden op de kaart (één van de drie gebouwtypes, één van de drie regio's, of één van de drie terreintypes). Als een speler aan de beurt is, mag hij alleen bouwen op de velden die overeenkomen met dat icoon.Het nummer onderaan de kaart bepaalt de beurtvolgorde voor de ronde wanneer de kaart wordt uitgespeeld.Aan het einde van de ronde trekken de spelers nieuwe kaarten uit het centrale aanbod, waarbij de laatste niet getrokken kaart de bonuskaart voor de volgende ronde wordt.

Na vijf ronden krijgen de spelers punten voor de piramides, voor hun positie op de offer-lijst, en voor hun rituele kaarten. De speler met de meeste overwinningspunten wint.